⚙️ Bijzondere kentekens
Er werd naar gestreefd om de verschillende Departementen en hun bijhorende functies beter van elkaar te onderscheiden. Dit zou gebeuren door het aanbrengen van runen op de linker mouw, die elk Departement een eigen symboliek gaven.
Om de uniformiteit te bewaren, moesten deze runen zoveel mogelijk overeenstemmen met reeds bestaande tekens die gebruikt werden binnen de D.M., N.S.J.V. en V.N.V.. Nadere mededelingen over het exacte gebruik en ontwerp zouden later volgen.
Daarnaast werd voorzien dat bepaalde functionarissen die buiten het gewone kader stonden — zoals Secretarissen van de Leider en Departementsleiders — een afzonderlijk kenteken konden krijgen, aangepast aan hun specifieke rang of gelijkstelling met andere functies.
🤝 Trouw- en Eretekens
Hoewel deze tekens geen officieel onderdeel vormden van de politieke uniform, mochten ze blijven gedragen worden en droegen ze bij tot het uiterlijk onderscheid tussen graden.
De Trouw- en Eretekens, evenals kentekens van oud-Dinaso- en Rexleden, werden gedragen op de linkerzijde, midden onder de borstzak, eventueel verticaal onder elkaar. Ze werden bevestigd met kleine omzoomde knoopspanten.
De kentekens van de Beweging hadden steeds voorrang op alle andere onderscheidingen. Het dragen van Deltaspelden — ook op dassen — was niet toegestaan. Andere kentekens mochten enkel gedragen worden indien ze uitdrukkelijk voorgeschreven of goedgekeurd waren door de Leiding.
Overzichtstabel Kentekens van Trouw en Moed
📌 Toekenningen op basis van moed en trouw vóór of tijdens de Tweede Wereldoorlog
| Categorie | Klasse | Criteria |
|---|---|---|
| Moed | Eerste Klasse |
|
| Moed | Tweede Klasse |
|
| Trouw — Militaire Afdeling | R. Tollenaere-kenteken (brons) |
|
| Trouw — Politieke Afdeling | Eerste Klasse (verguld) |
|
| Tweede Klasse (verzilverd) |
|
🧥 Schouderpassanten
De schouderpassanten vormden, samen met het hoofddeksel, de spiegels en de onderscheidingstekens, een belangrijk herkenningspunt van rang en graad binnen het Politieke Kader.
De onderscheidingen waren als volgt bepaald:
- a) Zilver – tot en met Adjunct-Arrondissementsleider.
- b) Zilver en mauve doorweven – tot en met Afdelingsleider.
- c) Mauve – voor Kernleiders en het Afdelingskader.
- d) Zwart – voor gewone leden.
🎩 Hoofddeksel
Het hoofddeksel was identiek voor alle leden van het Kader. Alleen de stormband maakte hierop een onderscheid. De uitvoering van deze stormband was als volgt:
- a) Zilver – tot en met Adjunct-Arrondissementsleider.
- b) Zilver en mauve – tot en met Afdelingsleider.
- c) Mauve – voor de overige leden.
⚔️ Koppelriem
De koppelriem was uniform voor zowel het Kader als de gewone leden. Hij bestond uit zwart leder, 4,5 cm breed, met een koppelsluiting in mat zilver waarop het Deltateken en de spreuk “Het Vaderland Getrouw” waren aangebracht.
Aangezien de schouderriem geen deel uitmaakte van het politieke uniform, was het verboden om ringen aan de koppelriem te bevestigen om deze vast te maken.
🪖 Uniform
Het uiterlijk van de uniform werd niet enkel bepaald door de kentekens, maar ook door snit, kleur en stof. Deze elementen droegen bij tot de herkenbaarheid en waardigheid van het uniform.
De volledige politieke uniform bestond uit de volgende kledingstukken:
- a) Vest – uitgevoerd in zwart laken.
- b) Lange broek – uitgevoerd in zwart laken.
- c) Grijs hemd – met zwarte das.
- d) Wintermantel – eveneens in zwart laken.
Hoewel schoenen en sokken niet formeel vermeld werden, werd benadrukt dat ook deze in zwarte uitvoering moesten zijn en dat het schoeisel steeds verzorgd diende te worden gedragen.
🧵 Uitvoering van het vest
Het vest had een open kraag en werd gesloten met vier knopen. De onderste knoop werd bedekt door de koppelriem.
Er waren vier insteekzakken met klep, elk gesloten met een centrale knoop. De borstzakken werden geplaatst op normale hoogte, licht schuin naar voren aflopend, maar zó dat ze niet door de omslag zichtbaar werden bedekt.
Afmetingen:
Borstzakken: 12½ à 13½ cm breed, klep 5½ à 6 cm breed.
Onderzakken: 19 à 20 cm breed, klep 7½ cm breed.
De knoopsgaten werden 2 cm van de rand geplaatst; de knopen moesten centraal op het lichaam uitgelijnd zijn. De rechterzijde liep 3 à 4 cm aaneensluitend door tot onderaan.
Achteraan had het vest een rechte rugsplit, zonder jaquette-split.




