Friday, August 1, 2025

Dr. Reimond Tollenaere – Leven & Dood aan het Oostfront

Dr. Reimond Tollenaere, geboren op 26 juni 1909 te Oostakker, was gehuwd en vader van drie kinderen. Hij had rechten gestudeerd aan de Universiteit van Gent. In zijn politieke carrière vervulde hij de functies van Algemeen Propagandaleider van het Vlaams Nationaal Verbond (V.N.V.) en Commandant-Generaal van de Dietsche Militie, beter bekend als de Zwarte Brigade.

Arrestatie en Vrijlating

Op 10 mei 1941 werd Tollenaere gearresteerd, maar op 21 juni 1941 werd hij door Duitse troepen bevrijd. Kort daarna, op 17 juli 1941, meldde hij zich vrijwillig aan voor dienst in de Waffen-SS. Vanaf begin augustus tot en met eind september 1941 volgde hij een officiersopleiding te Lauenburg (Lauenberg) in Pommeren. In september 1941 bereikte hij de rang van SS-UntersturmfΓΌhrer.

Indeling bij het SS-Vrijwilligers-Legioen Vlaanderen

Tollenaere werd ingedeeld bij de 2e Kompanie van het SS-Vrijwilligers-Legioen Vlaanderen. Samen met hem zaten in die compagnie SS-UntersturmfΓΌhrer Hendrik Raskin, SS-UntersturmfΓΌhrer Albert Joyeux en was hun compagnieoverste Helmut Breymann, die binnen het Legioen zeer gerespecteerd werd.

Mars naar het Front

Op 9 januari 1942 vertrok Gevechtsgroep Breymann om 06:00 uur uit Sabile en begon aan een gemotoriseerde mars naar Volmar. Op 10 januari bereikte de groep Torma in Estland, waar ze in een school overnachtten en een rustdag kregen. De mars van Sabile naar Volmar bedroeg ongeveer 220 kilometer. Via Torma ging het op 12 januari verder naar Narwa en Dorpat, vervolgens naar Kingisepp, waar ze in een hospitaal verbleven. De daaropvolgende nacht sliepen ze in Kotly-Koperje, waar ze opnieuw een rustdag kregen.

Gevechten onderweg en Aankomst in Podbjerjesje

De mars zette zich voort en de groep kwam in Ivanoschkoje aan. Daar moesten ze tot duisternis wachten voordat ze verder konden reizen naar Tossno, omdat de weg overdag te gevaarlijk was. Vanuit Tossno gingen ze naar Uschaki, via Tschudovo in de richting van Podbjerjesje. Ter hoogte van Tiutitzy ontstond een hevig gevecht, waardoor ze van 03:00 tot 06:00 moesten wachten. Toen ze door de stad trokken, zagen ze verschillende huizen in brand staan en de lijken van ongeveer 200 gesneuvelde soldaten, slachtoffers van de “Iwan” (de Russische soldaten).

Op 17 januari om 08:00 uur bereikten ze Podbjerjesje, waar de thermometer een temperatuur van -40Β°C aangaf. De 4e Kompanie werd naar Sapolje gebracht, terwijl de 2e Kompanie in Podbjerjesje bleef. Daar ontmoetten ze voor het eerst de Spaanse “Blauwe Divisie”. Bij valavond werden ze getroffen door een Russische artillerievlaag. De eerste gesneuvelden werden langs de zuidelijke muur van de kerk gelegd; de kerk van Podbjerjesje diende als kwartier voor de 2e Kompanie.

Nachtelijke Ontberingen en Voorbereidingen

β€˜s Nachts wachtten de soldaten in kleine groepjes onder dekens, terwijl de sectiechef met een bijl de broodrantsoenen in stukken kapte. EΓ©n van de jongens sneed daarbij drie vingers af. De soldaten staken hun brood in het vuur om het te ontdooien, terwijl het kanongebulder doorging. Tijdens de nacht verstomde het kanongebulder.

Op de ochtend van 19 januari kregen ze het bevel zich klaar te maken. ObersturmfΓΌhrer Breymann vertelde hen dat ze Kopcy zouden aanvallen. SS-UntersturmfΓΌhrer Kamiel de Wilde voegde zich bij hen nadat hij teruggekeerd was vanuit Sapolje met twee zware mitrailleursgroepen. Om 10:00 uur moesten ze aantreden voor de laatste bevelen, terwijl de temperatuur -43Β°C bedroeg.

De Aanval op Kopcy

In Tiutitzy stelden het 1e en 2e peloton zich op in de gracht langs de weg, terwijl het 3e peloton links opgesteld werd ter bescherming aan de kant van Weschky. Achter Tiutitzy lag een grote open vlakte, waar aan de rechterkant de Russen zich verscholen hadden in het bos.

ObersturmfΓΌhrer Breymann gaf het teken voor de aanval. Russische artillerie begon te vuren en veroorzaakte de eerste verliezen. De 2e Kompanie bewoog zich in waaiervorm over de open vlakte. “Hinlegen!” klonk het steeds, waarbij Helmut zoals het hoorde als eerste voor de compagnie uitging en zijn manschappen leidde.

De rechtervleugel kwam plotseling vast te zitten in het pijnboombos (pinarie). Naast de gewone Russische granaatwerpers en artillerie, begonnen ze ook met mitrailleur- en infanterievuur, dat zeer nauwkeurig was. Ze zaten vast in het veld, slechts een paar meter vooruit en dan weer “Hinlegen!”, want de Russen schoten met elk wapen dat ze hadden.

SS-UnterscharfΓΌhrer Sohlleder van de 1e groep sneuvelde, evenals de sanitair SS-SchΓΌtze Frans Verstrepen en Jahns, die naar hem toe liepen. Terwijl Breymann door het veld heen brulde, vloog een kogel dwars door zijn wang. Ze moesten zich terugtrekken. Ook de rechtervleugel begon aan de terugtocht; dit peloton stond onder leiding van SS-UntersturmfΓΌhrer Reimond Tollenaere, die zelf nog probeerde een gewonde te helpen en mee te nemen. Iedereen trok terug naar de “Rollbahn” waar ze weer dekking vonden in de gracht.

De tank die eerder vooruit was gegaan, kwam ook terug. Het 7e en 8e peloton, onder leiding van SS-UnterscharfΓΌhrer Ritzau en Sauer, bleven achter en vormden de linkervleugel. Zij lagen inmiddels in niemandsland en moesten opnieuw aanvallen. SS-UntersturmfΓΌhrer Vieweger en Tollenaere namen het initiatief en gingen weer door de sneeuw. “Hinlegen!” Uiteindelijk kwamen ze nu verder.

Er bleven nog slechts enkele Russische soldaten over; de rest vluchtte. “Handgranaten!” en toen begonnen de lijf-aan-lijfgevechten. De Russische stellingen en linies werden overrompeld. De tweede linie brokkelde af, evenals de derde linie, waarvan de meeste soldaten de vlucht namen.

De lijf-aan-lijfgevechten gingen door. Het herladen van een geweer duurde te lang, dus werd de kolf gebruikt. Als er geen bajonet was, werd het infanterieschupje als bijl gebruikt. SS-UntersturmfΓΌhrer Tollenaere en Vieweger gingen recht op het dorpje Kopcy af. Alle resterende weerstand werd uitgeschakeld.

De 20e AufklΓ€rungsabteilung, een snelle verkenningseenheid die de aanval van de andere kant uitvoerde, nam het dorp verder over. De Russische soldaten die gevangen werden genomen, werden naar achteren gestuurd.

Bij valavond bouwden ze ten oosten van Kopcy een eigen stelling. Degenen die het overleefden gingen rusten in schuilbunkertjes. Wachtposten werden opgesteld en de mitrailleurs van SS-UntersturmfΓΌhrer de Wilde gingen ook in stelling. De temperatuur was inmiddels -46Β°C.

Russisch Tegenoffensief en Verdere Strijd

Opgestelde commando’s gingen gewonden en doden ophalen, evenals Russische gewonden die ook verzorgd werden. In de ochtend begon de eerste Russische tegenaanval. Granaatwerpers, mitrailleurs en andere wapens werden ingezet; van storingsvuur ging het over in trommelvuur.

Het “hoeree” geroep van de Russen werd beantwoord met mitrailleurvuur en infanteriewapens. Het Russische geroep verminderde en kleine groepjes mannen renden voor hun leven.

Op 20 januari volgden de tweede en derde Russische tegenaanvallen, waarbij opnieuw lijf-aan-lijfgevechten plaatsvonden. UntersturmfΓΌhrer de Wilde verlegde het mitrailleurvuur van zijn mitrailleurs dwars voor de stellingen. Ook UntersturmfΓΌhrer Reimond Tollenaere verlegde het vuur op dezelfde wijze om het aantal vijandelijke soldaten in hun stellingen tot een minimum te beperken.

De aanvallen werden afgeslagen; geen enkele Rus wist terug te keren naar zijn eigen linie en slechts zeer weinigen werden gevangen genomen.

β€˜s Middags stuurde UntersturmfΓΌhrer Vieweger een patrouille uit om de weg Kopcy-Sapolje te verkennen. Achter de eerste Russische linie was niets te melden.

De wacht werd ingekort tot 30 minuten om bevriezing te voorkomen, want de temperatuur daalde tot -54Β°C.

Op 21 januari arriveerden de eerste verzorgingswagens met eten en munitie. De doden werden begraven op het eerste Vlaamse kerkhof te Podbjerjesje rond het kerkje.

Inspectie en de Laatste Gevechten

Op 22 januari inspecteerden UntersturmfΓΌhrer Reimond Tollenaere en Kamiel de Wilde hun sectoren. Hun aandacht ging vooral uit naar de mitrailleurs, omdat deze herhaaldelijk klem sloegen doordat het slot vastvroor.

Een van deze mitrailleurs stond ongeveer 50 meter rechts van een half ingestort schuurtje. De vooruitgeschoven observatiepost van de artillerie was daar eveneens gevestigd. Voor beschutting moest je plat op je buik in de sneeuw liggen.

Plotseling viel de Russische infanterie opnieuw aan. Stalinorgels vuren doelgericht tussen de Vlaamse soldaten. De Spaanse “Blauwe Divisie” antwoordde met hun artillerie. Het eerste salvo viel vlak voor de 4e Kompanie, het tweede vlak bij de gevechtspost van de compagnieΓ«n. Het derde salvo verwoestte het schuurtje volledig.

UnterscharfΓΌhrer Kahrl schoot een blauwe lichtkogel af. De brancardier (SanitΓ€ter) begaf zich naar de verwoeste stelling en kroop naar de eerste man: dood. De tweede man: dood, de derde man: dood en lag over de mitrailleur heen geplooid. De hele mitrailleurbediening was gesneuveld.

Iemand riep vanuit de loopgraaf en de brancardier, samen met twee anderen, sleepten de zwaargewonde Jan van Pelt onder het puin vandaan. Vervolgens vond Geunen nog een dode: UntersturmfΓΌhrer Dr. Reimond Tollenaere.

“Reimond is …”, ging het door de stelling. UntersturmfΓΌhrer Vieweger, die Breymann verving, liet onmiddellijk een andere mitrailleur komen. Het “hoeree” geroep klonk nog steeds.

Het noodlot slaat toe: Tollenaere sneuvelt

De Vlaamse SS-UntersturmfΓΌhrer Reimond Tollenaere, die zich op het moment van zijn dood in de stelling van de vooruitgeschoven artillerieobservatie bevond, kwam vandaag om het leven door een inslag van eigen artillerievuur. Hij overleed onmiddellijk ter plaatse. Tollenaere, die in zijn thuisland de functie van Commandant-Generaal van de Zwarte Brigade bekleedde, genoot een bijzondere populariteit onder zijn mannen. Zijn overlijden maakte een diepe indruk op hen.

De infanterieaanval werd afgeslagen. Na deze aanval volgde een tweede Russische aanval. Het Vrijwilligerslegioen leed daarbij zware verliezen, maar wist de stelling stand te houden. β€˜s Avonds arriveerde de munitie, die bijna volledig was opgebruikt. De kameraden van Tollenaere brachten zijn stoffelijke resten, evenals die van gewonden en van Pelt, met de verzorgingswagen naar Podbjerjesje. Enkele dagen later werd UntersturmfΓΌhrer Tollenaere begraven te midden van zijn wapenbroeders, met militaire eer. SS-HauptsturmfΓΌhrer Dr. Michel en een Duitse stafofficier hielden een afscheidsrede. UnterscharfΓΌhrer Verbeke vertelde:

“Met enkele van mijn kameraden heb ik een graf gegraven in de bevroren grond en dit met explosieven verdiept. Het werk duurde drie dagen. Tollenaere werd naast zijn gesneuvelde wapenbroeders gelegd en wij plaatsten de kruisen die de mannen hadden getimmerd. De graven werden gefotografeerd. Iedereen kent die foto.”


Tollenaere als symbool van Vlaamse strijd

Op 30 januari meldde BrigadefΓΌhrer Kammerhofer aan Staf Declercq het overlijden van Reimond Tollenaere. Op 2 februari brachten de Vlaamse kranten het nieuws naar buiten:

“Tollenaere, vader van drie minderjarige kinderen, was een strijder, een vernieuwer en een wegbereider. Zijn naam en zijn dood zouden symbool staan tussen Heimat en front. Zoals wij vandaag de gebroeders Van Raemdonck, De Rudder, Joe English, Bert Willems, Juul de Winde, Frans Kusters, Firmin Deprez en Frans Van der Linden noemen als dragende symbolen van de Vlaamse strijd aan het IJzerfront, zo wordt Tollenaere nu het symbool van het Vlaamse bloed aan het Oostfront. In hem komt de eeuwenoude strijd van de Vlamingen tot een nieuwe toekomst.”

Deze gedachte kon geen zuiverdere belichaming vinden dan in zijn dood. Zo stond het ook in zijn oproep:

“… In het gelid treden om Europa te bevrijden van het Bolsjewisme, betekent mee-bouwen aan een nieuwe Europese Orde, aan een gelijkwaardige positie voor Vlaanderen in dit nieuwe Europa.”

Staf Declercq sprak:

“Een van mijn trouwste en edelste kameraden is gevallen. Dr. Jur. Reimond Tollenaere, UntersturmfΓΌhrer bij het Vrijwilligerslegioen Vlaanderen, algemeen propagandaleider van het V.N.V. en Commandant-Generaal der Dietsche Militie – Zwarte Brigade, sneuvelde trouw aan zijn eed en levensideaal, in de aanval, te midden van zijn soldaten en kameraden. Hij viel als offer voor een nieuw Vlaanderen in de strijd tegen het Bolsjewisme. Kamerad Tollenaere stierf als idealist en als soldaat, zoals hij dat sinds zijn jeugd was. Voor zijn volk, zijn strijdformatie en zijn mannen is hij het symbool geworden dat hun ideaal nieuw leven en bezieling zal schenken. Ik groet zijn nagedachtenis namens heel het strijdende Vlaanderen.”


Laatste eerbetoon in Roeselare en Brussel

Op 7 februari werd in Roeselare de laatste eer aan Reimond Tollenaere bewezen. Op het stadhuis hing de Vlaamse Leeuw halfstok. Een afdeling van de Dietsche Militie – Zwarte Brigade vormde de erehaag op de eerste verdieping. Aan de ingang hing de β€œZilveren Delta”, en achterin de zaal hing een levensgroot portret van Tollenaere, omkranst met leliΓ«n, orchideeΓ«n en dennetakken. Rechts stonden zijn familieleden. Na de plechtigheid op het stadhuis ging het gezelschap naar de Sint-Amandskerk voor een requiemmis. Ook in Brussel, in het β€œPaleis voor Schone Kunsten”, vond een herdenkingsplechtigheid plaats, waar vooral afgevaardigden van de Duitse legerleiding en van Rex aanwezig waren. Van het Waalse Legioen was Commandant Lippert afgevaardigd namens Leon DΓ©grelle. In Roeselare vertegenwoordigde SS-UntersturmfΓΌhrer Jef FranΓ§ois het Vlaams Legioen en sprak de volgende woorden:

“Woorden schieten tekort bij het graf van de soldaat, zeker waar de daad zo helder is gesteld:

SS-UntersturmfΓΌhrer Reimond TOLLENAERE, gevallen.

Zo klinkt het harde noodlot dat ons, zijn kameraden van het Legioen Vlaanderen, het meest meedogenloos treft. Consequent met zijn gehele politieke verleden riep hij ons op tot actieve strijd tegen het mensonterend Bolsjewisme, en hoewel zijn vooraanstaande baanbrekende taak in deze nationaalsocialistische strijd, en zijn schoon en jong gezin, hem hier met recht hadden kunnen weerhouden, gaf hij ons het hoogste voorbeeld en meldde zich als eerste aan.

Daar, in het Legioen Vlaanderen, hebben wij hem het beste leren kennen en waarderen. Hij was niet alleen de perfecte officier en aanvoerder voor ieder van ons, maar in alle omstandigheden toonde zijn edele hart zich.

Reimond Tollenaere was de echte, onovertroffen kameraad. In de moeilijkste tijden bleef hij een onverwoestbare optimist, wist hij iedereen moed in te spreken.

De leemte die hij achterlaat is onmetelijk, maar wij zullen niet treuren om het heengaan van deze soldaat.

Hij bleef trouw aan zijn aan de FΓΌhrer gegeven woord: met zijn leven staan voor de overwinning van de nationaalsocialistische gedachte, en dat tot het einde toe, ook tegenover de vijand.

Onze dierbare kameraad viel om voor zijn geliefd Vlaanderen, in het komende Groot-Germaans Rijk, die plaats te veroveren waar het krachtens zijn groot verleden aanspraak op kan maken.

Gevallen in dienst van zijn volk – de waardigste bekroning van een schoon soldatenleven.

Daarom zullen wij hem altijd dankbaar zijn en blijven eren.

Dankbaar zijn en blijven eren op de enige manier die hij van ons verlangt: door beter dan ooit, met alle kracht die wij bezitten, zijn werk voort te zetten.

Moge het hoge voorbeeld van onze dierbare kameraad de Vlaamse jeugd – die in deze geharnaste tijd zo veilig buiten schot blijft – eindelijk tot bezinning en plichtsbesef brengen tegenover volk en vaderland.

Wij van het Legioen Vlaanderen zullen ervoor zorgen dat het offer van dit prachtige leven niet vruchteloos zal zijn. Vandaag is dankbaarheid onze plicht als zijn soldaten, morgen zal dat zijn voor het gehele volk.”


Waardering van de leiding: daden van moed en trouw

SS-ObersturmbannfΓΌhrer aan de leiding van het V.N.V. over de dood van Tollenaere en de prestaties van het Legioen Vlaanderen:

“Ik ben van mening dat de dood van onze kameraad Tollenaere en de offers die de Vlamingen brachten, een rijke oogst zullen opleveren voor Vlaanderen. De dappere houding van de vrijwilligers heeft Vlaanderen een faam bezorgd waar men aan het front met ontzag over spreekt. Onze bevelvoerende officieren van de Wehrmacht erkennen graag dat het Legioen Vlaanderen een van de meest kritieke punten van deze frontsector heeft gered. Het is onmogelijk alle daden van bijzondere moed van de Vlaamse vrijwilligers te noemen. Zij waren stuk voor stuk uitmuntend.

De jongste van de 4e compagnie, de nog geen zestien jaar oude Vermeulen, lag dagenlang achter zijn mitrailleur met bevriezingen tot de tweede graad aan beide voeten. Onophoudelijk bestookten de Sovjets onze stellingen, en telkens wanneer ze dachten β€˜nu of nooit’, joeg Vermeulen de ene munitiegordel na de andere door zijn mitrailleur. Hij droeg in hoge mate bij aan de afweer van de Bolsjewisten. Toen de dokter hem naar het lazaret wilde sturen, antwoordde Vermeulen:

β€˜Ik kan mijn MG nu toch niet in de steek laten.’

Pas op mijn uitdrukkelijk bevel liet hij zich verzorgen. Ik heb hem voorgedragen voor het E.K. II.

Op dit moment heeft het Legioen 35 E.K. II’s verdiend, een aantal dat nooit eerder door een andere eenheid in zo’n korte tijd is behaald.”

NIEUW OP DE WEBSITE

Oostfronters & Collaboratie in Film en Reeks

In de nasleep van de Tweede Wereldoorlog zijn de...

Hulpbrigade (H.B.)

body { ...

Leiding & Structuur van de Germaansche-SS Vlaanderen

πŸ“˜ Inhoudsopgave πŸ‘€ Leiding & Structuur πŸ”Έ Standaardleiders πŸ”Έ...

Organisatie van het Vlaams Legioen

Organisatie van het Vlaams Legioen (1941) 🧭 Bevelhebbers april –...

Fabriekswacht – Vlaamse Wachtbrigade

πŸ“š Inhoud 🏭 Oprichting & Evolutie 🎯 Opdrachten Brigade ...
spot_img

LEES OOK

Popular Categories

spot_imgspot_img